Puber van Nu

Omgaan met elkaar

Omgaan met elkaar
  • Vanaf 12 jaar is het goed de puber langzaam los te laten, hem op eigen benen te laten staan en meer verantwoordelijkheid te geven. Dit kan pas als het veilig is om los gelaten te worden.
  • Door mensen die met een negatieve bril naar hun kinderen kijken, worden de pubers van nu vaak als de; knip en plak-, duim-, steeds meer- of beeldscherm generatie beschreven in plaats van: de generatie Einstein, die slimmer, socialer en sneller is.
  • Geef aan welk gedrag je wenst, in plaats van wat je niet wenst. Namelijk, waar je energie in stopt wordt groter.
  • Tijdens de puberteit experimenteren veel pubers met drank, drugs en seks. Blijf hierover met ze in gesprek. Geef ze zoveel mogelijk informatie over eventuele gevolgen, alleen verbieden werkt vaak niet. Het woord NIET heeft voor een puber het effect als een rode lap op een stier.
  • Omgaan met de puber van nu is meer overleggen en minder gebieden en verbieden. Pubers willen graag dat er afspraken/regels zijn. Voor hen is het heel belangrijk dat deze consequent nageleefd worden. Dit geeft duidelijkheid en zorgt voor een veilige omgeving waar je mag opgroeien tot betekenisvolle volwassene. Met honing vang je nu eenmaal meer vliegen dan met azijn.
  • Perfecte begeleiders bestaan niet, je hebt er naar te streven een ‘voldoende’ begeleider te zijn.
  • Omgaan met pubers is als een sport een spel, zie er ook af en toe de grap van in.
  • Een coach raadplegen in je begeleiding bij pubers is geen schande.
  • Zorg voor balans tussen moeten en mogen.
  • Veel pubers leren (net als volwassenen) door uitglijden.
  • De puber ontdekt dat zijn begeleiders niet perfect zijn, hij ziet hun fouten en tegenstrijdigheden, en wrijft hen dit onder de neus. In deze periode is het belangrijk dat je de puber van dichtbij volgt en met hem in gesprek blijft.
  • De puber is op zoek naar evenwicht, hij doet stoer en twijfelt aan zich zelf. In deze periode is hij erg afhankelijk van de mening van leeftijdgenoten. Zie dit als een goede manier om langzaam los te komen.
  • Het succes dat een puber behaald met drammen, zeuren e.d. versterkt hem in het volhouden van deze strategie, beloon positief gedrag.
  • Begrijp de emotie en pak wangedrag zoals schelden, schreeuwen, agressie aan. Bijvoorbeeld: ‘Ik snap je boosheid, en het schreeuwen pik ik niet’.
  • Check altijd bij je collega’s wat deze heeft afgesproken of gezegd. Pubers zijn meesters in het uitspelen van mensen.
  • Bij chantage en dreigen met weglopen, zelfmoord, fysiek geweld is het verstandig om niet toe te geven, een afkoelingsperiode in te voeren of een beroep te doen op een opgeleide leerlingbegeleider of hulpverlener. Pubers doen dit vaak als ze volledig klem zitten en geen uitweg meer weten. Of als ze hun zin niet krijgen in wat ze echt willen.
  • Onderhandelen met pubers is goed, en geef ook de grenzen aan. Het kan ook zijn dat er iets grondig mis is in de relatie, school of thuis.
  • Aangeleerde hulpeloosheid is vaak het gevolg van overbescherming, de redder zijn, niet kunnen/durven loslaten of een te grote toegeefelijkheid.